Er zit een vrouw achter een laptop aan een bureau. Een andere vrouw kijkt over haar schouder mee.

WRM 34: Verkeersgeleiding en verkeersregelinstallaties

Volg deze bijscholingscursus om je WRM-bevoegdheid te verlengen

Voor wie?

De WRM-bijscholingscursussen worden gegeven door partners van IBKI. Je moet alles via deze partners regelen. Dit overzicht is slechts om je te helpen om de juiste bij jou in de buurt te vinden.

Details over deze WRM-bijscholingscursus

OmschrijvingOnderwerp #Aantal dagdelenGeschikt voor

Verkeersgeleiding en verkeersregelinstallaties

WRM 34

2

Alleen categorie A

Aanbieders van deze WRM-bijscholingscursus

OpleidingsinstituutPlaatsBijzonderhedenLinks

KNMV

Arnhem

https://knmv.nl/

VerkeersAcademie

Best

https://www.deverkeersacademie.nl/

VerkeersAcademie

Nieuwegein

FAM, RIS

https://www.deverkeersacademie.nl/

Vervoerscollege Venlo

Venlo

RIS

https://www.vervoerscollegevenlo.nl/

Leerdoelen bijscholingscursus WRM 34

  1. De motorrij-instructeur draagt kennis van de specifieke wet- en regelgeving op het gebied van verkeersregelinstallaties (VRI) en verkeersgeleidingssystemen (VGS).

  2. De motorrij-instructeur kan de nummering die wordt gebruikt bij VRI’s herkennen en verklaren. Hij kan de verkeersinzichtelijke aspecten van deze nummering gebruiken bij het uitvoeren van de verkeerstaak.

  3. De motorrij-instructeur is bekend met de wijze waarop VRI’s en VGS-en gegevens verzamelen en verwerken en op basis hiervan verkeer regelen.

  4. De motorrij-instructeur kan de vier meest gebruikte vormen van verkeersregeling met behulp van VRI’s benoemen, beschrijven en herkennen.

  5. De motorrij-instructeur weet welke vormen van beveiliging binnen VRI’s worden gebruikt en wat dit betekent voor de verkeersdoorstroming.

  6. De motorrij-instructeur weet wat verkeersgeleidingssystemen zijn en op welke wijze deze worden toegepast om verkeersdoorstroming te bevorderen.

  7. De motorrij-instructeur is bekend met de verschillende vormen van detectie die in Nederland worden toegepast en kan deze in de praktijk herkennen. Hij kan de specifieke problemen en mogelijkheden in relatie tot gemotoriseerde tweewielers benoemen.

  8. De motorrij-instructeur kan de specifieke problemen van gemotoriseerde tweewielers bij VRI’s benoemen en verklaren. Hij kent de oplossingen die hiervoor gebruikt kunnen worden.

Onderwerpen leerdoelen

Algemene onderwerpen:

–  Bijscholingscursussen 37, 38, 39

Speciaal voor categorie A:

–  Bijscholingscursus 41


Belangrijk:

  • Per opleider staat de (hoofd)locatie erbij. Sommige opleiders hebben meerdere locaties die niet alle bijscholingscursussen geven. Neem contact met ze op voor meer info.

  • Een rijschool mag alleen eigen medewerkers bijscholen als het in de tabel van gecertificeerde opleiders staat.

  • FAM of LBVI geeft aan dat de opleider lid is van de vereniging van rij-instructeuropleidingsinstituten LBVI of FAM verkeersscholen. Het betekent dat de opleider cursussen aanbiedt die voor de FAM of LBVI zijn gemaakt.

  • Als Rijopleiding in Stappen ofwel RIS-instructeur moet je speciale bijscholingscursussen volgen die meetellen voor WRM & RIS. Deze bijscholingscursussen moeten gegeven worden door een RIS-docent van een RIS-erkende opleider. Meer info over RIS

  • Als KNMV Gediplomeerd Instructeur ofwel KGI-instructeur moet je speciale bijscholingscursussen van de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV) volgen die meetellen voor WRM & KGI. Meer info over KGI